Flikkerende straatverlichting, afgeleefde gebouwen en een ongemakkelijk gevoel. Enkele jaren geleden was dat een perfecte beschrijving van een typische Belgische stationsbuurt. Vandaag staat die negatieve connotatie in schril contrast met de huidige situatie: Vlaamse stationsbuurten zijn populairder dan ooit. 

De tijd dat de wijken om en rond de stations verloederde buitenbuurten waren, ligt achter ons. Bedrijfsleiders zien meer en meer de voordelen in van deze strategisch interessante ligging en dat is projectontwikkelaars niet ontgaan. Stationsbuurten zijn steeds vaker een interessant investeringsproject.

De grote ommekeer kwam er nadat enkele Vlaamse steden een masterplan opstelden om hun stationsbuurt uit het slop te halen: autovrije pleinen met veel groen, ondergrondse parkings en passages, horeca en winkels dichtbij … De overheid gaf meteen het goede voorbeeld door hun administratieve centra pal in de stationsbuurt te vestigen. Even later sprong de privésector ook op de trein. 

“Niet vreemd,” vindt Cedric Olivier, Business Unit Manager bij ION, “want vlotte mobiliteit blijft belangrijk. Dat geldt voor woningen, maar zeker ook voor bedrijven. En het is niet omdat we nu meer telewerken, dat we minder moeten inzetten op bereikbaarheid. Veel bedrijven denken door de coronacrisis na over waar ze naartoe willen in de toekomst, ook met hun kantoor. Moeten we verruimen of moeten we onze kantoren anders gaan oriënteren? Hoe dan ook: dit nieuwe gegeven van telewerk zet dingen in beweging. Ik zie het niet als een bedreiging voor nieuwe kantoorprojecten in stationsbuurten, wel als een opportuniteit.”

Niefhout Magazine
Roeselare Magazine

Dat iedereen een kantoor wil vlakbij een treinstation, vertaalt zich ook in stijgende huurprijzen. Toch laten bedrijven zich daardoor niet tegenhouden. Kandidaat-huurders kijken vooral naar het totale kostenplaatje: algemene kosten, locatie én mobiliteit. Als ze de rekening maken, is het in veel gevallen alleen maar logisch dat ze voor een kantoorgebouw vlakbij het station kiezen.

Cedric Olivier is onder meer verantwoordelijk voor Roelevard, een opvallend project aan het station van Roeselare dat ION samen met Steenoven ontwikkelt. Er komen 6.000 m² kantoren en 81 appartementen. “De combinatie van wonen en werken op één site zorgt voor veel ambiance. Er is dag en nacht leven en een leuke dynamiek tussen de verschillende spelers op de site.” 

Deze positieve evolutie geldt voor verschillende Vlaamse steden. Ook Mechelen is hier een mooi voorbeeld van. Met een groei van meer dan 80 procent aan kantoorprojecten is de stad duidelijk in opkomst. Het project ‘Mechelen In Beweging’ geeft de stationsbuurt een volledige metamorfose. Er komt een nieuw stationsgebouw en busstation, een nieuwe spoorbypass, een verbindingsweg en heel wat nieuwe fiets- en voetpaden. Om en rond het station komt er in totaal zo’n 120.000 m² aan kantoorruimte bij. 

“Vaak vormt een spoorweg een breuk tussen verschillende stadsdelen”, merkt Cedric Olivier op. “Gebiedsontwikkelingen kunnen zorgen voor een nieuwe verbinding. In het ontwerp van Roelevard besteden we bijvoorbeeld ook enorm veel aandacht aan het openbare domein. Met een heropwaardering van de bestaande fietstunnel willen we een brug slaan tussen de stadsdelen aan beide kanten van het station. Dat is altijd het uitgangspunt geweest van dit ontwerp. Tot slot geven we met horizontale en verticale groendaken een frisse uitstraling aan de omgeving.”

Deel met anderen