CEO Davy Demuynck motiveert op de werkvloer

Davy Demuynck is de CEO van de Waregemse projectontwikkelaar ION en koerste in zijn jeugd aan de zijde van Tom Boonen en Gert Steegmans. Nu zet hij alles op lopen en droomt hij van een eerste marathon voor zijn veertigste. Ondertussen spoort hij als bedrijfsleider zijn medewerkers aan om mee te sporten en gezonder te eten.
Het waait stevig in Park Baron Casier in Waregem. Het regent ook. Toch houdt dat Davy Demuynck niet tegen om de loopschoenen aan te trekken: “Integendeel! Ik loop het liefst in de regen. Dan hangt er veel zuurstof in de lucht. En dan is er ook minder volk op de baan.” Het mag blijkbaar ook goed vooruitgaan, merk ik. Davy houdt het tempo strak. Hij lacht: “Ik ben nogal competitief.”
Je staat scherp. Komt dat door de trainingskilometers en een sportief dieet?
DAVY DEMUYNCK: (lacht) “Het is een cadeau van Moeder Natuur. Al let ik ook op mijn voeding. Voor mijn job ga ik geregeld op restaurant. Maar ik kies bijna altijd voor vis, omdat dat licht verteerbaar is. Daarnaast ontbijt ik uitgebreid, want dat is het gezondst. Op het bedrijf vind je in onze snoepkast ook gezonde snacks en fruit. En aan de frisdrankautomaat hangt een fiche waarop staat hoeveel kilometer je moet lopen om een cola weg te werken. Een kleine ingreep met een enorme impact, bewijzen de cijfers. Zo’n fiche drukt je met de neus op de ongezonde feiten. En maakt het gemakkelijker om gezond te eten en te leven.”
Welke maatregelen nam je nog om je bedrijf gezonder te maken?
“We tekenden voor onze werknemers een sportief en gezond traject uit. Ze kregen ook een sporthorloge om hun activiteiten te monitoren. We gaven elke werknemer bovendien een zomeren winterloopoutfit, uiteraard in IONlook. Ik moedig iedereen aan, maar verplicht niemand. Mij maakt het niet uit hoeveel mijn werknemers sporten. Ik probeer wel het goede voorbeeld te geven.
Binnenkort verhuizen we naar een nieuw gebouw, met douches! Dat is nu nog een manco, want douches zorgen ervoor dat mensen gemakkelijker met de fiets komen werken of eens een uurtje gaan lopen. Dat nieuwe gebouw ligt bovendien vlak bij een Finse piste. Ik wil daar regelmatig middagloopjes met medewerkers organiseren. Na zo’n tocht kom je mentaal fris voor de dag. (lacht) Dat is dus ook pure winst voor een werkgever. Bedrijfsleiders die niet willen dat hun medewerkers tijdens de werkdag sporten, lopen in de verkeerde richting.”
Doen jullie ook mee aan wedstrijden?
(knikt) “We namen al deel aan de Beatrun in Waregem, een trappenloop, een Spartacus Run, … In de zomer wacht de Dodentocht. Werknemers die dat willen, krijgen een coach.”
Ben je een vroege loopvogel?
“Ik zet mijn wekker wat vroeger en ga om half zeven lopen. Afhankelijk van mijn agenda én goesting loop ik dan een tiental kilometer. Ik loop nooit hetzelfde traject, maar wel altijd op tempo. (lacht) Het moet vooruitgaan. Hier vlakbij, in Anzegem, kan ik bovendien een pak kilometers op onverharde weg lopen. Dat doet deugd. Mijn enkels zijn mijn zwakke plekken. Daarmee moet ik voorzichtig omgaan.”
Overloop je ’s morgens de werkdag of ben je eerder een ‘zenloper’?
“Ik loop nooit met muziek. Zo kan ik goed nadenken. Heerlijk! Ik geloof ook dat ik nadien beter werk. Ik moet vaak stevig onderhandelen. Door te lopen, kom ik fris voor de dag en kan ik er vol tegenaan gaan. ’s Avonds lopen, dat zit er niet in. Ik klop regelmatig lange dagen en als ik dan thuiskom, is mijn pijp uit. Op reis neem ik altijd mijn loopgerief mee en dan komt een avondloopje soms wél in beeld. Tijdens een ‘normale’ week loop ik op dinsdag en donderdag, én in het weekend. Als ik al eens stress heb, dan loop ik die er op die momenten wel af.”
Je loopt dus altijd alleen?
“In het weekend fietsen mijn dochters weleens naast mij, maar anders loop ik inderdaad alleen. Mijn dochters sporten veel: hockey, turnen, atletiek, … Daar ben ik blij om. Mijn vrouw loopt sinds kort ook opnieuw, en af en toe gaan we samen op pad. Dan lopen we bijvoorbeeld een tochtje van vijf kilometer, waarna ik er solo nog eentje extra doe. Ik loop ook altijd buiten. (lacht) Ik moet konijntjes kunnen zien. Op de loopband vind je me dus nooit.”
Je fietste vroeger veel. Vergelijk die sport eens met lopen?
“Het grote voordeel van lopen, is dat je op korte tijd je conditie verbetert. Dat is anders bij fietsen. Daar heb je dan weer het voordeel dat je veel meer ziet. Die beperkte loopradius stoort me een beetje.”
Blijkbaar was je een wielertalent. Waarom ben je gestopt?
“Mijn broer koerste, mijn neef ook, … Het zat min of meer in de genen. Ik won als jong gastje al snel een kermiskoers. Ik had wel wat talent. Tot ik aan mijn studies begon, was ik semiprof. Dat was op hoog niveau, aan de zijde van Tom Boonen, Gert Steegmans en Stijn Devolder. Als ik die mannen op televisie bezig zie (of zag), dan kriebelt (of jeukte) het altijd. Ik stopte ermee, omdat ik ging studeren en van het leven wilde genieten. Dat kan niet als je elke dag moet trainen. Het ‘patersleven’ van een coureur interesseerde me niet meer. Familieleden en de wielerbond probeerden me op andere gedachten te brengen. Zonde van het talent, vonden ze.”
Je koos voor een opleiding Licentiaat Lichamelijk Opvoeding.
“Mijn vader drukte me op het hart dat ik iets moest studeren dat ik graag wilde doen. Daarvoor ben ik hem dankbaar. Dankzij die opleiding leerde ik veel andere sporten kennen. Ik kende tot dan bij manier van spreken alleen de fiets. Ik bleek polyvalent, maar blonk niet uit in een bepaalde sport. Via de sport kwam ik bij sportmanagement terecht en daarna bij management tout court. Daardoor had ik minder tijd om te sporten. Kleine kinderen en een drukke baan waren de oorzaak dat ik jarenlang maar twee keer per maand liep. Drie jaar geleden – toen de kinderen naar de lagere school gingen – begon ik weer meer te lopen. Het fascineert – en soms frustreert – om te zien hoe snel je conditie verliest, maar ook weer opbouwt.”
Koester je nog specifieke loopambities?
“Ik ben een serial entrepreneur en kick dus op uitdagingen! (lacht) Dat is de aard van het beestje. Maar ook van de job: bij ION gaan we van project naar project. Ik nam me voor om voor mijn veertigste een marathon te lopen. Daarvoor train ik nu. Ik wil die goed lopen, zo trots ben ik wel. Die uitdaging motiveert mij om de wekker ’s morgens wat vroeger te zetten. Die loopjes doen altijd deugd. Toegegeven, het is wel doorbijten. En excuses om niet te gaan, zijn er genoeg: een mail die je nog moet beantwoorden, iets opruimen, … Telkens ben ik blij als ik die kan negeren. Geen tijd om te lopen? Dat is zever. Je moet er tijd voor maken. Kijk een halve aflevering minder op Netflix of sta wat vroeger op. Want gezond leven en een sportieve look, komen positief over. Da’s ne rappe, denken de mensen dan. (lacht) En ze hebben gelijk.”